Tussen stellages met gereedschap leunt Michel Mol tegen een pallet vol met blikjes Warsteiner 0,0. “Ja, dat is een leuk verhaal”, zegt hij over de reden dat er honderd blikken bier opgestapeld staan op het hoofdkantoor van zijn techniekbedrijf Detamo in Zaandam. “We wilden deze zomer met een busje naar verschillende bouwplaatsen rijden en daar tijdens de lunchpauze een barbecue organiseren. Om installatiemonteurs te werven. Burgertje, biertje, van die parasols. Ja, in deze sector komt het personeel niet vanzelf naar je toe.”
Tussen stellages met gereedschap leunt Michel Mol tegen een pallet vol met blikjes Warsteiner 0,0. “Ja, dat is een leuk verhaal”, zegt hij over de reden dat er honderd blikken bier opgestapeld staan op het hoofdkantoor van zijn techniekbedrijf Detamo in Zaandam. “We wilden deze zomer met een busje naar verschillende bouwplaatsen rijden en daar tijdens de lunchpauze een barbecue organiseren. Om installatiemonteurs te werven. Burgertje, biertje, van die parasols. Ja, in deze sector komt het personeel niet vanzelf naar je toe.”
De ludieke actie zegt meer dan je zou denken. Al voor de komst van corona hadden bedrijven als die van Mol last van de mismatch op de arbeidsmarkt. Die zit ’m in het aanbod en de vraag naar werk: in sommige sectoren is een tekort aan personeel, terwijl andere sectoren juist kampen met een overschot. En die scheve verhoudingen zijn door de coronacrisis alleen maar erger geworden. Met name in de horeca, toerisme, cultuursector en detailhandel gaan veel banen verloren. Ondertussen draaien supermarkten een topomzet.
Mol heeft er zijn eigen woorden voor. “De arbeidsmarkt is een waterbed”, zegt hij. Corona is een tijdelijk probleem, dat het bed doet inzakken. Zodra er een vaccin is, veert het waterbed weer op, is zijn verwachting. “Als het virus weg is, hebben wij gewoon weer een tekort aan personeel. Sterker nog: we zien nu al dat de vraag behoorlijk aantrekt.”
En daarom is het bedrijf van Mol – via scholingsfondsen en door samenwerking met het UWV – ook in coronatijd mensen blijven omscholen en opleiden tot bijvoorbeeld installatiemonteur en glasvezeltechneut. Inmiddels hebben ze een voormalig McDonalds-medewerker en een ex-edelsmid in dienst. Bij het bedrijf werken een paar honderd mensen. In coronatijd hebben ze het personeelsbestand met ruim twintig man kunnen vergroten, al zijn er in die tijd ook een handvol vertrokken.
Niemand meer om onze biertjes te tappen
Dat het kabinet nu inzet op omscholing, vindt hij niet verkeerd, maar het moet wel slim gebeuren. “Als je nu alle werkloze mensen uit de horeca zou omscholen tot installatiemonteur, dan heb je als het virus verdwijnt een nieuw probleem: dan is er niemand meer over om onze biertjes te tappen.” Volgens Mol is hele beroepsgroepen omscholen daarom zonde van het geld.
De directeur zegt enkele tientallen telefoontjes per week te krijgen van mensen uit de horeca die ineens graag de techniek in willen. “Soms is dat echt zo, soms zeggen ze dat alleen omdat ze weten dat hier werk is en ze niet zonder werk willen zitten.” Hij snapt wel dat ze bellen. “De overheid en brancheorganisaties komen met mooie quotes als ‘laat de barman meteen aan de slag gaan als installatiemonteur’. Maar zo werkt het niet”, aldus Mol.
“Omscholen naar de techniek kan alleen als iemand daar aanleg voor heeft. Je hoeft niet alles te kunnen, maar technisch inzicht, een gezonde motoriek en oprechte interesse zijn wel nodig om een stap naar de techniek te maken.” Mol vindt dat ook in tijden van crisis bedrijven moeten doorgaan met mensen opleiden. “Bijna alle bedrijven zijn door corona daarmee gestopt. Terwijl ze juist nu zouden moeten investeren in nieuwe werknemers, want die zijn na de crisis weer keihard nodig.”
Binnenhalen
De ondernemer maakt ook slim gebruik van een ander voordeel van deze crisis: “Concurrenten nemen geen mensen meer aan of hebben bijvoorbeeld de lonen verlaagd. In deze sector gaan werknemers dan verder kijken, en die werknemers halen wij graag binnen.” Via sociale media probeert het bedrijf bij die groep in het vizier te komen.
Het is niet zo dat zijn bedrijf niet is geraakt door corona. “De omzet viel in april voor bijna de helft weg, daarom hebben we gebruikgemaakt van de steunmaatregelen van de overheid, zodat we niemand hoefden te ontslaan”, legt Mol uit. “Maar de klussen kwamen na een paar maanden snel weer terug, we hebben nu zelfs meer werk dan vorig jaar rond deze tijd.”
(Bron: Trouw.nl, Barbara Vollebregt)