Concurrentiebeding over naar nieuw contract

Vaak werkt een concurrentiebeding te veel in het nadeel van een werknemer. Maar in deze rechtszaak vond de rechter het belang van de werkgever groter. Dat de werknemer eindigt zonder baan is zijn eigen risico, vindt de rechter. Hij heeft zonder overleg ontslag genomen om bij een directe concurrent te gaan werken.
De situatie
Een werknemer heeft in zijn eerste, tijdelijke arbeidsovereenkomst met zijn werkgever een concurrentiebeding staan. De tijdelijke overeenkomst wordt twee keer verlengd met een halfjaar. In april 2013 krijgt de man een contract voor onbepaalde tijd maar dat wordt niet schriftelijk vastgelegd.Als hij een jaar later ontslag neemt om bij een directe concurrent te gaan werken, vraagt hij de werkgever om hem, voor zover nodig, te ontslaan van zijn verplichtingen uit het concurrentiebeding. De werkgever wil dat niet omdat de werknemer volgens hem bijzondere en specifieke kennis heeft over een machine die het concurrerende bedrijf waar de werknemer wil gaan werken, ook maakt.De werknemer stapt naar de rechter om schorsing van het concurrentiebeding te vragen of een vergoeding voor de beperkingen die hem worden opgelegd door het beding (art. 7:653 lid 4 BW).Bij de rechter
De rechter stelt vast dat het concurrentiebeding in het eerste contract rechtsgeldig tot stand is gekomen. De vraag is dan of het nog steeds geldig is, na de verlengingen en de omzetting van tijdelijk naar vast.

De rechter verwijst naar diverse rechterlijke uitspraken waarin is geoordeeld dat het niet per se noodzakelijk is om een concurrentiebeding bij een omzetting van tijdelijk naar vast opnieuw schriftelijk overeen te komen. Dat is alleen nodig als er ingrijpende wijzigingen in de arbeidsverhoudingen zijn en het beding aanzienlijk zwaarder is gaan drukken op de werknemer.

Geen veranderingen in de arbeidsvoorwaarden
Op de zitting heeft de werknemer erkend dat de voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst werd voortgezet, hetzelfde bleven. En omdat de werknemer al die jaren dezelfde functie heeft vervuld, is het concurrentiebeding dus niet zwaarder gaan drukken, aldus de rechter.

De werknemer was zich ook bewust van het bestaan van het beding omdat hij expliciet heeft gevraagd om ontheffing uit zijn verplichtingen – voor zover nodig. De rechter concludeert dat het concurrentiebeding nog steeds geldt.

Werknemer onredelijk benadeeld?
De volgende vraag is dan of het concurrentiebeding de werknemer niet onredelijk benadeelt. De werknemer vindt van wel. Het beding beperkt hem als kostwinner te veel in zijn vrije arbeidskeuze, hij kan met zijn nieuwe baan zijn positie op de arbeidsmarkt aanzienlijk verbeteren en hij zou er in salaris fors op vooruitgaan.

De werkgever voert aan dat hij er een groot belang bij heeft om het beding te handhaven omdat de werknemer over specifieke technische kennis en ervaring beschikt met betrekking tot een machine die de concurrent ook produceert. De rechter vindt dat het belang van de werkgever hier zwaarder weegt. Daarbij laat hij meewegen dat er wereldwijd maar drie bedrijven zijn waar de werknemer door het beding gedurende een jaar niet mag gaan werken.

Geen vergoeding. Zonder werk zitten is eigen risico
De kantonrechter oordeelt dat de werknemer ook geen recht heeft op een vergoeding. Hij kan ook bij andere bedrijven werken en het feit dat hij misschien een tijdje zonder werk zit, is voor zijn eigen risico omdat hij zonder overleg zijn baan heeft opgezegd om bij de concurrent te gaan werken.

Gegevens rechtszaak:
ECLI:NL:RBMNE:2014:2227. Datum uitspraak: 23 mei 2014


Meer rechtspraak over dit onderwerp:
Met geldig concurrentiebeding toch bij concurrent aan de slag en Financiële compensatie voor te zwaar concurrentiebeding

door Mr. Ingrid Kooijman